Leerhuis is een term uit de Joodse traditie, in het Hebreeuws: beet hamidrasj. Het is een plaats om de Joodse religieuze geschriften gezamenlijk te bestuderen en bespreken. De bekende Duits Joodse filosoof Franz Rosenzweig (1886-1929) wilde aan dit begrip een nieuwe betekenis geven, aangepast aan zijn tijd. Daarom stichtte hij in 1920 het ‘Freie Jüdische Lehrhaus’ in Frankfurt a.d. Main om Joden die op zoek waren naar hun wortels, door middel van begeleid ‘lernen’ in groepen de Joodse traditie en cultuur nabij te brengen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd in navolging van het ‘Lehrhaus’ zoals Rosenzweig voor ogen stond, ook in Nederland leerhuizen opgericht. De doelgroep bestond echter niet alleen uit Joden, maar ook uit christenen en andersdenkenden. Gemeenschappelijk uitgangspunt was de wens om de Joodse traditie vanuit een persoonlijke inzet te leren kennen. In de loop van de tijd kreeg het begrip ‘leerhuis’
echter een steeds bredere invulling.
Het Leerhuis Limburg werd in 1980 opgezet en heeft jarenlang volgens de methode Rosenzweig gewerkt.
In groepen van 10 tot 15 personen wordt geleerd onder leiding van een deskundige begeleider. Teksten die een inzicht geven in de gedachten- en leefwereld van de Joodse traditie, worden bestudeerd en bediscussieerd.